Steeds meer afgescheiden verliet ik mijn vertrouwde omgeving, mijn thuis, om te zoeken naar iets wat ik ergens verloren had.
Wetende dat ik alsmaar door moest gaan en niet achterom mocht kijken, omdat ik dan zou verstarren, veranderen in een zoutpilaar, en een makkelijke prooi zou zijn voor het duister.

Onderweg ontmoette ik bijzondere mensen, die ik ook steeds weer achter moest laten.Lees meer