In de twee voorgaande artikelen schreef ik over geluk of vrede en over de eenheid van alle mensen, omdat deze fenomenen zeer nauw met elkaar verwant zijn.
Het kortstondige geluk en de duurzame vrede.
Geluk zou je kunnen onderverdelen in vele gradaties met als hoogst haalbare…. de gelukzaligheid. Het eeuwige geluk dat ons deelachtig kan worden aan het eind van al onze aardse beproevingen.
Stel je voor dat je dan eindelijk klaar bent, tot grote hoogte opgestegen, dat je moe maar zeer voldaan en overgelukkig voor de poort van de hemel aankomt.
Je bent daar immers al een keer weggestuurd omdat je daar jezelf mocht schouwen in al je onvolmaaktheid en daar vervolgens heel lang met bewustzijn weer aan verder gewerkt hebt.
Je neemt de gelukwensen in ontvangst en je ziet en hoort de zaligheid lonken, de welkomst toespraak gaat aan je voorbij tot je Hem duidelijk de volgende vraag hoort stellen: ” De eeuwige gelukzaligheid is je deel geworden, het komt je volledig toe en de poort staat voor je open, of ben je bereid er voorlopig van af te zien en terug te gaan, mee te helpen, net zo lang tot de laatste broeder hetzelfde bereikt heeft, omdat je alles, je hele ontwikkeling tot nog toe, te danken hebt aan je verbondenheid met alles en iedereen?”
In feite is dit de vraag der vragen. Wat wordt er dan wel niet voor een offer gevraagd!
Ik hoor regelmatig mensen beweren dat ze het liefst nooit meer geboren willen worden en dat ze er zelfs van overtuigd zijn dat dit hun laatste leven is.
Die overtuiging is een hele gevaarlijke en die hoogstaande mensen weten niet dat dit de meest egoïstische gedachte is.
Ook egoïsme heeft heel veel gradaties en deze staat eenzaam aan de top van het pure egoïsme.
Dan is er ergens in de ontwikkeling toch iets fout gegaan;
dan heeft zo’n hoogontwikkeld mens de zaligheid bereikt en is toch ergens diep in de ziel de egoïstische drijfveer voor pure eigen vervolmaking blijven koesteren.
Dan kiest hij toch uiteindelijk voor het zwarte pad, en dat is het pad van de afscheiding. Ik veronderstel dat zo iemand die zich bevrijd heeft van het alsmaar weer incarneren met het bijbehorende lijden een bevrijdend geluk zal ervaren maar nooit de echte vrede deelachtig zal worden. Omdat hij zichzelf buiten de orde geplaatst heeft en zich niet meer mee kan ontwikkelen en samensmelten met de universele liefde van de Christus.
Zo zien we dat de valkuil tot in de hoogste regionen aanwezig blijft. Hoe hoger we komen hoe dieper de val; dat geldt hier op aarde, dat geldt tot in de hoogste regionen van de geestelijke wereld.
Uit eigen ervaring weet ik hoe verleidelijk de weg is om steeds hoger te reiken in het contact met de geest. Dat je openstaat voor visionaire beelden, bepaalde talenten ontwikkeld die voor de wereld wonderbaarlijk zijn, en hoe de hoogmoed op de loer kan liggen omdat de mensen om je heen je graag op een troon zetten omdat ze liever volgers zijn dan dat ze zelf een eigen ontwikkelingsweg gaan. In een later stadium ontstaat er dan frustratie omdat ze niet krijgen wat ze hopen en verwachten, vervolgens gaan ze dan de poten onder de zelfgebouwde troon wegzagen.
We zijn met alles en iedereen verbonden en de ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Vanuit dat beeld en vanuit het boven geschetste beeld over de wachter op de drempel is het beter om op een gegeven moment genoegen te nemen met de staat van ontwikkeling waar we nu zijn en de aandacht veel meer te gaan richten op de omgeving. Het welzijn van de ander te verheffen tot ons eigen welzijn.
Vanuit die eenheidsgedachte werkt alles wat we doen aan de ander, uiteindelijk ook mee aan onze eigen groei.
Het versterkt het geluksgevoel, maakt de innerlijke vrede sterker en het voorkomt enorm veel frustratie als we in staat zijn het eigenbelang te overstijgen.
Vanaf dat moment gaat onze verdere groei doormiddel van de ander. Ook weer oppassen dat we andere mensen gaan helpen met als doel onze eigen vervolmaking; het is een middel, geen doel.
Dit hoofdstuk heet de eenheid van alles, dus niet alleen de eenheid van alle mensen maar ook en tegelijkertijd de eenheid en verbondenheid met de geestelijke wereld.
Als we de focus nu al kunnen verleggen van onszelf naar de ander zullen we opgenomen worden in een nieuwe stroom, een stroom waar mensenzielen, engelen en anderen geestelijke wezens gebroederlijk samenwerken. Waar de mensenzielen zich weer bewust worden van hun kosmische oorsprong en verbondenheid.
De kosmische intelligentie zetelt niet in het hoofd maar in het hart.
Engelen vormen beelden in de ziel van de mens, toekomstbeelden over wat ze samen met ons uiteindelijk willen bereiken. Zie dat niet in de eerste plaats als visionaire beelden maar meer als idealen die in de ziel leven en doorstraalt worden met licht, levend gehouden worden, de toekomst ingedragen.
Het ergste wat ons kan overkomen is dat we onze idealen verliezen en cynische mensen worden, de beelden ook niet meer toelaten.
Ook in het nachtbewustzijn is het mogelijk om een zekere wakkerheid te bereiken en ons te verbinden met de beeldenwereld en die dan met bewustzijn mee te nemen in het dagbewustzijn. Het is goed om in de nacht wakker te worden, zo rond de klok van drie, en even te mediteren, weer even bewust te worden en te proberen de beelden te herbeleven. Nooit dwangmatig, gewoon even wakker zijn om het met bewustzijn te verbinden door bijv. een gebed of spreuk. Veelal komen de heldere beelden juist na dit moment van meditatie.
De tegenkrachten, die ook geestelijke wezens zijn, willen ons juist verwijderen van die wereld en doen er alles aan om ons het te laten verslapen, letterlijk en figuurlijk.
Als het onbewust blijft gaat die beeldenwereld ons juist tegenwerken en gaat het zich uiten door middel van duistere emoties.
Ze hebben het ondertussen al voor elkaar dat ongelooflijk veel kleine en grote mensenkinderen onafgebroken gewelddadige computerspelletjes aan het doen zijn, of zich laven aan pornofilms.
Ik wil in dit verband toch ook nog waarschuwen voor het onafgebroken opnemen met het hoofd van geesteswetenschap. Ook dat kan enorm tegen gaan werken en een schadelijk effect hebben.
We blijven maar wijsheid opnemen van buiten en juist daardoor zullen we afgescheiden blijven van de kosmische intelligentie die ons ter beschikking is gesteld en er dus gewoon is.
Met het hoofd kunnen we de intelligentie die uit het hart komt leren begrijpen. In plaats van alles willen lezen, kunnen we ons beter voor lange tijd bezig houden met één boek, één tekst of één spreuk dan zal het zich kunnen verdiepen en verbinden met eigen ervaring en het inzicht versterken, ons rechtstreeks in contact brengen met de kosmische intelligentie.
Teveel kennis brengt maar al te vaak afscheiding teweeg en dan zegt men: ik ben Antroposoof, Christen, Boeddhist, Moslim etc. etc. Dat is een wetenschap van het hoofd! We zijn mensen die allemaal de weg gaan, en met al die mensen zijn we verbonden zolang we bij onszelf maar geen stempel op het voorhoofd plakken.
Ik ben anders en beter dan jij en kan dat bewijzen met alle kennis die ik opgedaan heb.
Als je de overgeleverde kennis van 100 jaar of zelfs twee duizend jaar geleden niet doorstraalt en vernieuwd met het licht van het hart is het dode balast. En die wijst alles af wat niet overeenstemt met de letter en de vermeende geest van de wet. Die kan zelfs niet geloven dat mensen
in de praktijk brengen wat in de schrift staat, en oordeelt hen als zijnde charlatans en bedriegers.
We leven nu in een andere tijd waarin we gestimuleerd worden om echte wereldburgers te worden. Niet meer te oordelen over wie of wat dan ook, maar met verwondering en bewondering alles op te nemen wat anderen mensen, andere volkeren, andere geloven ons te bieden hebben. Wat is het mooi in deze tijd dat de jongeren eerst een poos over de wereld zwerven, voordat ze een keuze maken voor studie of werk, dat is een geweldige voorbereiding op de toekomst.
Een toekomst waarin het duister oppermachtig wil worden maar hopelijk niet opgewassen is tegen het samengaan van de goede lichtkrachten en het heldere bewustzijn.
De aartsengel Michaël speelt wonderlijk genoeg in bijna alle geloven een rol. De grote voorbereider voor de komst van het licht in alle mensenharten.
18 januari 2014 om 14:28
<br />In reactie op het bericht over staan voor de leegte, een gedicht waarin ik een soortgelijke eigen ervaring beschrijf.<br /><br />WANHOOP IN LEEGTE<br /><br />Angstig draai ik rond de kuil<br />Die leeg is en leeg blijft<br />Vluchten kan niet meer<br />De leegte zuigt en trekt<br /><br />Als in een droom<br />Blijf ik vallen en vallen<br />Gekooid als een wild dier<br />Draai ik nu rond in
18 januari 2014 om 11:00
De duistere nacht van de ziel als de wereld je niets meer kan geven sta je voor de leegte . Dan begint het pas echt, dan komt het op eigen kracht en geloof aan. De innerlijke beelden van de ziel.<br />'Voordat het oog kan zien moet het zich de tranen ontwennen". Voordat het oor vermag te horen moet het de gevoeligheid verliezen.<br />Groet……………….Arie Weer een mooi en
18 januari 2014 om 10:12
We zijn met alles en iedereen verbonden en de ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Vanuit dat beeld en vanuit het boven geschetste beeld over de wachter op de drempel is het beter om op een gegeven moment genoegen te nemen met de staat van ontwikkeling waar we nu zijn en de aandacht veel meer te gaan richten op de omgeving. Het welzijn van de ander te verheffen tot ons eigen welzijn.<br />