Verwantschap en broederschap zijn in feite de basis waar we uit voortkomen en weer naar teruggaan. We zijn allen verwanten, we zijn allen broeders.
Bloedverwantschap is a priori onvrij, omdat er geen vrije keus aan ten grondslag ligt. Zielsverwantschap is op het niveau van de ziel en kan sterke verbindingen tot stand brengen en ligt vaak in de relatiesfeer.
In de Geestverwantschap daarentegen is absolute vrijheid, daar komt het veel meer aan op verantwoordelijkheid, met als dragende kracht de liefde. Een vrijheid die niet meer is gebouwd op uiterlijke geboden, maar op een zuiver innerlijk ge-weten. Er is geen groter geschenk dan om bewust geestverwanten te ontmoeten, mensen met wie we ons verwant weten en waar we dezelfde drijfveren bij herkennen.
(Ik heb er al enkele publicaties aan gewijd en onder deze publicatie vind je de link.)
De tijd van het overheersende mannelijke is voorbij; de laatste populisten zullen de macht verliezen en vrouwen zullen een nieuw tijdperk inluiden. Vrouwen staan veelal dichter bij zich-zelf en leven op een wat hoger level en daardoor dichter bij de geest.
In deze tijd zullen de vrouwen al meer de leiding nemen en dat is hoopvol, omdat zij beter in staat zullen zijn om de verbinding te maken met de geestelijke oorsprong van de mens. Zij zullen daardoor makkelijker geïnspireerd worden en beter in staat zijn om het welzijn van alles wat leeft op aarde te stimuleren en te verzorgen.
Laten we echter niet teveel generaliseren, omdat het vrouwelijke en mannelijke meer en meer tot een heelheid wordt. In ieder geval is dat uiteindelijk de bedoeling.
Broederschap is een universele term die niemand uitsluit. Alle mensen zijn immers onze broeders of ze nu vrouwelijk of mannelijk zijn. In feite kan je dat uitbreiden met alles wat leeft en wat ons vanuit de geest omringt.
In deze betekenis is Broederschap dus gender neutraal te noemen.
Blijft staan dat op aarde de dualiteit bepalend is voor de menselijke ontwikkeling. Zonder de dualiteit leren we niet zelfstandig keuzes te maken en ook niet wat vrijheid werkelijk betekent. Deze dualiteit ontkennen, omdat we allen één zijn kan gevaarlijk zijn, omdat we onderweg zijn, en onderweg staat de dualiteit nog levensgroot voor ons. Zelfs de verlichte goeroe heeft de dualiteit nodig, alleen is hij of zij in staat om de tegenstellingen te zien als de twee kanten van dezelfde medaille.
Er is nu een wonderlijke neiging om alles glad te strijken en de verschillen te uniformeren, gelijkvormig te maken. Zoals de uniformen in het leger, de uniformen van de kostscholen en bijvoorbeeld de uniforme kleding van Mao. Deze tendens komt voort uit de behoefte om alles aan elkaar gelijk te maken, een eenvormige massa. Het gaat echter voorbij aan het individu, aan de individuele ontwikkeling, aan de behoefte van het individu om zich te onderscheiden. Uniformiteit is altijd een aanval op de ik-ontwikkeling van de individuele mens.
Hoe kan je jezelf leren kennen als je je niet meer kan vergelijken of meten met de ander.
We leven nu in een tijd dat de mens tot een hoger niveau evolueert en daardoor meer weet krijgt van zijn oorsprong en daardoor ook van vorige incarnaties. Het en is natuurlijk niet zomaar dat die herinnering verborgen blijft, omdat we al genoeg hebben aan de ervaringen van dit leven. Stel je voor dat je ook nog vorige incarnaties moet verwerken.
Desondanks zullen meer en meer mensen er mee te maken krijgen door herinnering; zich iets voor de geest kunnen halen. Dat kan zijn via droombeelden, maar vooral ook door ervaringen van herkenning bij bepaalde mensen of op bepaalde plaatsen.
Dat kunnen bijzondere momenten zijn en ijkpunten in het leven.
Wat wel problemen kan geven is ook hier het gebrek aan besef van oud en nieuw karma. In ontmoetingen kan het vertaald worden als verliefdheid of herkenning van de zielsverwant of tweelingziel.
Het kan ook een herinnering oproepen aan een ver verleden en absoluut niet de bedoeling zijn het in dit leven een vervolg te geven. Loslaten is dan moeilijk, maar wel noodzakelijk.
Het is een veel besproken onderwerp de laatste tijd: steeds meer mensen worden geboren die zich op de een of andere manier niet goed thuisvoelen in hun lichaam. Men kan overgaan tot hormonale verandering en operatief ingrijpen om het leed van zichzelf misplaatst te voelen te veranderen in een gevoel van thuiskomen.
Nu weet ik dat dit een beladen onderwerp is en toch wil ik graag een mogelijkheid opperen waardoor dit kan zijn ontstaan:
Zou het kunnen zijn dat de herinnering aan de vorige incarnatie nog zo sterk is dat je onbewust dat leven wilt voortzetten? Je was een vrouw of man en heb jezelf daar zo sterk mee geïdentificeerd dat je dat in dit leven wel moet en wil voortzetten. Je bent nu man of vrouw, maar dat stemt totaal niet overeen met je wezen waar de herinnering nog zeer bepalend aanwezig is. Dat is een diep ongelukkig gevoel van je niet thuisvoelen in je lichaam. Er zijn ook mensen die voelen zich geen van beiden en leven als het ware in een geestelijke toestand voort. Je niet kunnen verbinden met de aarde en je opdracht is een treurige zaak en niet te benijden.
Ik schrijf nu iets over een eigen ervaring die sterk in verband staat met dit leven. Korte beschrijving, omdat ik vind dat een vorig leven voorbij is en zo min mogelijk opgerakeld moet worden. Praten over vorige levens is populair in spirituele kringen en bijna iedereen is wel hoge priesteres geweest en zelden een bedelaar. Eigenlijk moeten we onze persoonlijke geschiedenis loslaten, alleen het inzicht blijft. Onze ervaringen zijn een middel en geen doel op zich.
Soms kan het toch verhelderend zijn en kunnen er veel dingen opeens op hun plaats vallen.
Ieder leven draagt bepaalde lessen in zich en het gaat niet om de uiterlijke weg, maar om innerlijke groei en inzicht, dat door die bepaalde ervaringen teweeg gebracht is. Je werkt steeds weer aan een bepaald facet van je eigen vervolmaking. Talenten uit vorige incarnaties kunnen een grote invloed hebben op het heden en de zogenaamde wonderkinderen voortbrengen, of juist afgedekt omdat er nu andere talenten ontwikkeld dienen te worden.
Zelf kwam ik erachter dat ik bijna een leven lang bezig ben geweest om een vorig leven voort te willen zetten. Wordt ook wel maankarma genoemd. Ik heb zeer sterke herinneringen aan de monnik/pelgrim die van plaats naar plaats trok en verbonden was met de Russisch orthodoxe kerk. (De liturgische gezangen geven mij, ook nu nog, een gevoel van inkeer en blijdschap, van een pure herkenning.)
Handoplegging was ook een dagelijkse bezigheid, in iedere stad of dorp waar ik aankwam. Het pelgrim gevoel is er nog steeds tijdens mijn wandelingen en vooral als ik in de verte een dorp met kerktoren zie oprijzen. Ik was zeer sterk verbonden met een trouwe broederschap waar ik mij door gesteund en gedragen voelde. Ik ging mijn weg alleen, maar was niet eenzaam.
In dit leven heb ik vanaf het begin een enorm heimwee gevoeld naar die incarnatie waar ik mij gedragen voelde door Godsvertrouwen en broederschap. In dit leven gaat het, zoals bij veel mensen, over een ik-ontwikkeling: sterk en krachtig in jezelf te staan. Het ego is eerst je zekerheid om later een last te worden. Veel mensen worstelen daarmee in deze incarnatie.
Wanhopig zoeken naar de verloren broederschap in relaties en vriendschappen. Deze site de nieuwe broederschap is daar een uitvloeisel van. Wat is broederschap of verwantschap nu eigenlijk: in ieder geval niet afhankelijkheid. De nieuwe broederschap zal gevormd worden door sterke mensen die op zichzelf kunnen staan en niet samengaan uit zwakte maar vanuit kracht.
Dit geldt ook voor alle relatievormen. Relaties zullen blijven mislukken zolang mensen voor hun welbevinden afhankelijk zijn van elkaar. Door gekoesterde verwachtingen van de ander zal de steeds terugkerende teleurstelling een scheiding teweeg brengen. Als beproefd romanticus in relaties ben ook ik vooral op mijzelf gezet.
De nieuwe relatie zal ook gevormd worden door sterke mensen die op zichzelf kunnen staan en niet samengaan uit zwakte maar vanuit kracht.
Ze zijn een aanvulling en geen opvulling. Hoe kan ik de ander helpen zijn eigen originele weg te volgen?
Eenzaamheid en verlatenheid droeg ik van kinds af aan met mij mee. Altijd in vernieuwende initiatieven gewerkt, maar vond het niet. Mij aangesloten bij antroposofen, filosofen, rozenkruisers, boeddhisten, en vond in al die stromingen wijsheid en onderricht, maar niet het gevoel van thuiskomen zoals dat in mijn herinnering voortleefde. Groepen en stromingen hebben de neiging om naar binnen gericht te zijn van: wij en de anderen.
Beproeft alle dingen; behoudt het goede, werkte voor mij. Dat heeft er voor gezorgd om open te blijven staan voor andere meningen, andere zienswijzen.
Ik zocht de stilte in meditatie en bezocht in iedere nieuwe plaats waar ik kwam steevast de kerk of kathedraal om de ziel van de plaats te kunnen beleven. Ik ging bij regelmaat in kloosters revalideren van mijn zielenpijn. Zocht troost in vele boeken van grote denkers als Steiner, Krishnamurti en vele anderen.
Ik begon naast mijn werk in de natuurvoedingsbranche een praktijk als magnetiseur en kon veel mensen helpen, maar het voelde voor mijzelf als iets ouds en ik zag ook de afhankelijkheid van de mensen en stimuleerde het vormen van groepjes om elkaar te gaan helpen.
De behoefte aan terugtrekken bleef mij achtervolgen, ik bleef toch ook die monnik, maar het was net of alles meewerkte om mij nu die ruimte niet meer te gunnen. Ik kreeg de verantwoordelijkheid over veel kinderen en ook in werksituaties kon ik de verantwoordelijkheid niet ontlopen.
Al met al kwam ik er op een gegeven moment achter dat ik een vorige incarnatie probeerde voort te zetten en dat lukte dus niet en bracht alleen maar heel veel frustraties en moedeloosheid.
Waarschijnlijk de weg van afhankelijke broederschap naar vrije en bewuste broederschap in dit leven. Het zonnekarma is nieuw, dan werk je aan de toekomst.
Het grote gevaar van bewuste herinnering aan vorige levens kan dus heel veel chaos en onvrede veroorzaken, zeker als de kennis daarover ontbreekt.
Alles uit dit leven willen halen vanuit de gedachte dat je maar een keer leeft, is het uitbannen van de geest.
Materialisme staat in de dualiteit tegenover spiritualisme. Materialisten herleiden alles tot de materie en spiritualisten baseren het bestaan op basis van de geest. Voor de materialistische mens is alles maakbaar, omdat alles te koop is. Er is geen grens aan het materialisme, tot een eeuwig aardeleven aan toe.
De spiritueel ingestelde mens leert door en dankzij de materie juist de andere weg te kiezen, de weg naar binnen, de weg naar zich-zelf. De spiritueel ingestelde mens loopt wel weer een ander gevaar en dat is: zich te verliezen in de geest en de aarde de rug toe te keren. Tussen de twee grootheden Materie en Geest (Ahriman en lucifer) opent zich de weg van het midden. Een smal pad tussen de twee uitersten die beiden je willen verleiden voor hem te kiezen. Beiden hebben uiteindelijk de opdracht je te sterken, je vrijheid te schenken door te leren keuzes te maken. Net zolang tot het kiezen niet meer nodig is omdat je in je-zelf bent aangekomen, thuisgekomen.
—————————————————————-
Doorgeplaatst naar FB Pagina van de De Verwanten voor verdieping en aanvulling. Doe je mee?
Zie in dit kader ook eventueel De Sluier van vergetelheid
Tweelingzielen en zielsverwanten nader verklaard. Deel 1
Onder het artikel een verwijzing naar deel 2 en 3
___________________________________________