Kennis zal met het lichaam sterven, maar verworven inzicht is blijvend. Het doel van incarnatie.
In dit artikel wil ik ingaan op het groepsdenken rond een goeroe, meester of spirituele leraar: Iedere profeet en iedere wijsgeer heeft zijn of haar volgelingen die alles vastleggen wat de meester heeft verkondigd. Vervolgens zijn dat vaststaande feiten waar nooit meer aan getornd mag worden en de schriftgeleerden zijn de behoeders. Dat zijn de verstokte volgers van de letter van de wet, die iedere afdwaling te vuur en te zwaard zullen bestrijden.
Die schriftgeleerden hebben alle teksten paraat en gaan met elkaar in debat over de betekenis van ieder woord en leggen anderen het zwijgen op. Want tegen uiterlijke kennis is niet op te boksen; hoofd en gevoelsmens leven in een andere wereld. Het kan verhelderend werken en wellicht een beter begrip doen ontstaan, maar tegelijkertijd heeft het ook iets engs: ze halen het leven eruit en maken het tot studie, tot dode stof.
In feite minachten ze het vrije individu dat tot zelfstandige gedachten kan komen. Die gelooft in de mogelijkheid om tot individuele ontplooiing te komen op een originele manier, die afwijkt van het vastgelegde gedachtengoed van de dode meester. Die zich overigens in zijn graf zal omdraaien, omdat zijn boodschap tot een leer geworden is.
Door de hele geschiedenis heen zie je dit verschijnsel. Aan bijna alle oorlogen liggen geloofstwisten ten grondslag. Als het geloof tot instituut wordt verheven is aan de broederstrijd niet te ontkomen. Dan geldt nog maar een wet: wij en de anderen. Wij willen de ander bestrijden en bekeren tot onze waarheid: ‘Christus is met ons.’
Geen groep of beweging, hoe waarheidsgetrouw, hoe idealistisch dan ook, ontkomt niet aan het idee de waarheid in pacht te hebben.
Zolang de meester of leraar nog op aarde rondloopt zal het niet zo’n vaart lopen; als het een ware meester is zal hij of zij dat niet toestaan.
Als hij echter overgegaan is naar de geestelijke wereld begint de strijd om zijn nagedachtenis. Het licht is uit de boodschap vertrokken en de boodschap wordt vastgelegd.
Het geeft natuurlijk een veilig gevoel om je aan te sluiten bij een groep of geloofsrichting, maar het kan de dood in de pot betekenen. Je gaat niet meer uit van jezelf, maar je conformeer je aan de gedragscode en de waarheid van de groep. Eigelijk lever je jezelf uit aan het groepsbewustzijn.
Wakkerheid blijft nodig, omdat er ook meesters zijn van het kwaad, die zullen de groep in zijn geheel manipuleren tot hun waarheid. Voorbeelden ten over.
Daarom hebben de populisten(populair bij het volk) van nu ook zo’n hekel aan de vrije pers, aan de intelligentsia en alle zelfstandige denkers. Ook zij willen liever volgelingen.
Er is moed voor nodig om je eigen pad te blijven volgen en niet onderweg te verdwalen in allerlei zijpaden en dwaalwegen. Je voortdurend af te blijven vragen of jij nog denkt en spreekt uit jezelf of napraat wat een ander gedacht of beweerd heeft.
Beproef de leraar/meester: Wil hij je binden of vrij maken? Zoekt hij volgelingen of vrije geesten? De priester en de meester die zeggen dat je alleen door hen tot God kan komen,…. maak dat je wegkomt! Dood de guru!
Om iets te begrijpen moet je er eigenlijk in onderduiken, maar niet zo diep dat je de weg naar jezelf niet meer kunt terugvinden. Zelf ben ik ondergedoken geweest, voor langere of kortere tijd, in de Filosofie, Antroposofie en Theosofie. Met ook een warme belangstelling voor het Bloedisme op westerse leest geschoeid en de vertegenwoordigers daarvan.
Ik benoem in het kader van dit artikel de nadelen, maar heb geenszins de bedoeling een definitief oordeel te vellen over het waarheidsgehalte van de studie of leer:
Filosofie is natuurlijk geen geloofsrichting of opgebouwd rond een persoon, en daarom is het vrijlatend. Filosofie is de wetenschap die zich richt op het streven naar kennis en wijsheid. Een heuse moeilijkheidsgraad is om de kennis van anderen om te zetten naar wijsheid.
Filosofen hebben de neiging om te blijven verwijzen naar de grote denkers uit lang vervlogen tijden.
Ik ben natuurlijk maar een amateur filosoof en liep uiteindelijk vast op Rousseau, Nietzsche, Kant en Hegel. Het bleef voor mij kennis over de gedachten van anderen en werd niet tot wijsheid. Sartre en Simone de Beauvoir waren een ontdekking, maar ik werd somber van Jean-Paul en het versterkte mijn sombere gemoedstoestand van die tijd.
Toch, dankzij die denkers, zocht ik verder naar eigen-wijsheid.
Antroposofie (mens-wijsheid) legt een verbinding tussen mens en kosmos. Steiner was een ziener die kon schouwen in de geestelijke wereld en die een enorme schat aan de wereld geschonken heeft, om met meer bewustzijn in het leven te staan. Zelfs ook na de dood kunnen we er mee verder. Het waren zijn waarnemingen en ik kan mij, als eenvoudig mens, niet voorstellen dat het zijn bedoeling was dat we er zo krampachtig mee zouden omgaan.
Hij heeft nooit beweerd dat het een leer was, maar altijd in wording zou zijn en blijven! Antroposofen durven echter zelden op eigen gezag iets te schrijven, te beweren, zonder alsmaar te blijven verwijzen naar paragraaf zus en zo. Stel je voor dat ook maar iemand zou kunnen denken dat je het zelf hebt bedacht of eigen gemaakt.
Daarom onderbouw ik nu eenmalig mijn betoog door Steiner wel te citeren, om mijn schrijven kracht bij te zetten. Ik heb de bedoeling juist die mensen te bereiken die zich niet gezien voelen, omdat ze bij voorbaat monddood gemaakt worden, door vastgelegde citaten.
Steiner zelf was overigens ook wars van napraterij en het ware leerlingschap bestond volgens hem uit een individualisering, een ‘eigen’ herschepping van een tekst of een citaat, in het individu bezonken en in innerlijke stilte doorleefd, van waaruit datgene wat hij in zich heeft opnieuw opgroeit, ontdaan van iedere ‘Steineriaanse’ terminologie, waar zelfs het woord ‘antroposofie’ niet alleen dwingend is maar soms gewoon schadelijk.
(‘Het zou beter zijn als we de antroposofische beweging iedere week een andere naam zouden kunnen geven’, zei hij eens tijdens een cursus over opvoeding.
Het belangrijkste motief van zijn levensbeschouwing was: ‘…het wezenlijke ligt niet in één waarheid, maar in het harmoniëren van alle waarheden.’ ‘Alleen in zijn eigen ziel kan de mens de middelen vinden die hem de mond der ingewijden openen’
‘U moet het mij niet vragen, u moet het uzelf vragen…!’ -aldus Steiner
Die laatste zin is, in al mijn eenvoud, van groot belang, omdat alle ware meesters van alle tijden de mens naar zichzelf terug verwijzen. ‘Mens ken uzelf’ stond al op de tempel van Apollo in Delphi, zo’n vierhonderd jaar voor onze jaartelling
Antroposofie is een schatkamer waar we onze ervaringen aan kunnen toetsen, waardoor we met meer bewustzijn in het leven kunnen staan. Vergeet echter niet te leven!
Je inzicht is pas echt van betekenis als het mede door eigen ervaring kan worden onderbouwd. Wijsheid ligt vooral in de eenvoud….het alledaagse leven… en alles wat het ons schenkt met bewondering gadeslaan. Naast de teksten ligt vooral daar een levende bron van wijsheid die zich iedere dag weer vernieuwd.
Krishnamurti werd gezien als de incarnatie van Maitreya Bodhisattva, de nieuwe wereldleraar, de opvolger van Boeddha, de nieuwe Christus. Deze gedachte lag aan de basis van een conflict binnen de theosofische vereniging, waardoor Steiner er uitstapte en de antroposofische vereniging oprichtte. Krishnamurti bleek zich echter te ontpoppen als een soort anti-goeroe en herhaalde bij regelmaat: “hij die de ander volgt houdt op de waarheid te volgen”. Hij hief uiteindelijk zelfs de hele Orde van de Ster op en brak met de theosofische vereniging, toen mensen hem teveel begonnen te vereren. Hij was als de dood voor een geïnstitutionaliseerde spiritualiteit.
Hij reisde de hele wereld over om zijn boodschap te verkondigen; ook weer vastgelegd in talloze boeken. Een uitspraak: “Het begrijpen van je eigen denken is het einde van alle smart.” Daar lag de kern van zijn boodschap. Miljoenen mensen hebben naar hem geluisterd en hoe weinig zullen het echt begrepen hebben en de onmiddellijke verlichting bereikt hebben?
Wat ik probeer te vertellen is: dat naar mijn mening de mens niet verder komt met het alsmaar lezen en herhalen van hetzelfde. Het wordt uiteindelijk een grote onverteerde ballast die samenklontert in het hoofd en het hart niet meer kan bereiken. Dat studerend lezen en die opgeslagen kennis geven je het ‘waanidee’ van er dichtbij zijn en steeds dichterbij te komen. Het is een houvast dat zekerheid biedt en je het idee geeft dat je goed en verstandig bezig bent.
Een vriend van mij sleepte ook altijd een grote tas boeken met zich mee, waar hij ook ging… die tas ging mee. Hij las alles wat los en vast zat en bestudeerde alle filosofen en godsdiensten, maar het werd hem niet eigen, het bleef iets van buiten, dat hoorde in de tas. Hij werd er wanhopig van en de twijfel kon hem soms lam slaan. Als het gelezene niet wordt verinnerlijkt blijft het buitenkant, hoe je het ook wendt of keert! Hopelijk heeft hij het meegenomen naar de geestelijke wereld voor nadere uitleg.
Je kunt er wel over vertellen of schrijven, maar het kan nooit de werkelijke ervaring vervangen en het daaruit gedestilleerde inzicht. Je kunt het ook niet plaatsvervangend doen om de ander een nare ervaring te besparen. Dat is immers het doel van al die incarnaties, zelfs de Godheid daalde af om zijn schepping te doorleven/ervaren. Weten we niet iets pas echt na eigen ervaring?
Als we onze kinderen waarschuwen niet te dicht bij de kachel of het water te komen, weten ze het uiteindelijk pas echt als ze de hete kachel of het water zelf gevoeld hebben. Dan is dat een eigen inzicht geworden, verkregen uit een eigen ervaring.
Waarmee ik niet wil zeggen dat we lijdzaam moeten toezien hoe het kind haar hand brandt en in het water valt. Enige voorlichting is wel op zijn plaats, maar ook niet meer dan dat.
Ik heb zelf heel wat kinderen opgevoed en ervaren dat al mijn zogenaamde ervaringswijsheid voor hen niet gold, ja zelfs hen belastte. Ze gingen alles doodleuk weer op hun eigen manier doen en ervaren, en dat was zeker niet de manier van hun vader.
En zijn onze kinderen, die amper nog een boek lezen, dan zo veel minder wijs? Vooral de jongere mensen niet teveel belasten met je kennis en inzicht, maar ze vooral stimuleren hun eigen weg te gaan, zonder enig vooroordeel. Wat moet dat wel niet geweest zijn voor de ouders van mijn generatie? Wij zetten hun hele wereld op z’n kop en noemden onszelf hippies en kabouters, keurden hun hele manier van leven af.
Het grootste geschenk dat we elkaar kunnen geven is: verhalen over onze werkelijk doorleefde ervaring, geen theoretisch boek kan daar voor in de plaats gezet worden.
De opgeslagen wijsheid in boeken kan je helpen om je ervaringen aan te toetsen en je voor te bereiden op toekomstige eigen ervaringen. Zonder die wegwijzers zal je immers hopeloos kunnen verdwalen in de wereld van de geest en materie.
Verder is er een zekere angst om iets mis te lopen, angst ook voor de leegheid. We leven in een ongelooflijk dwingende informatie maatschappij. We zijn nergens banger voor dan voor die leegte. Daar lopen we voor weg, om heen, en we weten niet hoe snel we het weer op moeten vullen, steeds weer opnieuw.
Die leegte uithouden kan uiteindelijk wel eens de grootste vervulling blijken te zijn!
Je kunt veel geleerd hebben door eigen ervaringen en de wijsheid van anderen, maar er is nog een andere weg voor het opnemen van wijsheid en dat is…Inspiratie.
Inspiratie is iets wat je toevalt, het komt van boven, het komt naar je toe als er ruimte is! Vol is vol… daar kan niets meer bij.
Tijdens het schrijfproces ervaren schrijvers soms een wonderbaarlijk verschijnsel: ze beleven letterlijk en figuurlijk een stromende energie, maar zo gauw als ze iets willen naslaan of opzoeken op Google blokkeert het terstond en volledig! Alsof die energie zich, bij wijze van spreken, beledigd voelt dat er niet voldoende vertrouwd wordt en men hulp elders gaat zoeken.
Veel schrijvers, sprekers en kunstenaars herkennen dit verschijnsel; dat je je kunt verbazen over wat je schrijft, zegt of maakt, je leert als het ware van je-zelf. Schrijven of spreken hebben te maken met zelf-vertrouwen, vertrouwen in het Zelf. Het laten stromen van de energie die met alles verbonden is. De beste invallen kunnen ook komen tijdens een ontspannende wandeling, een ruimte scheppende meditatie, vroeg in de ochtend direct na het ontwaken, of zittend uitkijken over de zee.
Daarom gaat het erom dat we in staat zijn om een dusdanige ruimte in onszelf te scheppen en te bewaken, waar de inspiratie vrij kan instromen. Als je daar klaar voor bent en een gezonde geestelijke/spirituele ontwikkeling hebt doorlopen, weet je terstond van welke aard de inspirator is, dat beleef je direct aan de temperatuur van de energie. Dan durf je wel te schrijven en blijkt het een wonderlijk energiek proces van samenwerking te zijn. Waar persoonlijke inzichten worden opgedragen om vervolgens getransformeerd terug te komen. Dat geeft een gevoel van dankbaarheid voor de alles doorstromende energie waar verleden, heden en toekomst in samenwerken.
______________________________________
Ook doorgeplaatst naar de FB Pagina van DE VERWANTEN Voor verdieping en aanvulling. Doe je mee?